Midnight ranting, examens zijn niet goed voor me.
Woensdag nacht. Ik heb geen gebrek aan mensen rondom mij, maar kan me toch niet concentreren op ‘t moment. Ik denk aan jou, ik wacht op jou. Ik hoor niet te wachten, hoor niet te denken, je hoort niet eens in m’n leven te zijn. En toch.
Lappy op bed, Monza door de boxen. Ik moet nog steeds de twee luidsprekers naast m’n bed aansluiten, maar krijg mezelf niet zo ver de versterker te gaan halen. Dan maar wat stiller, wat meer ruis.
“Keer op keer werd mij dan weer gezegd
de rest is goed maar jij bent slecht,
je bent de slechtste van de klas.”
Monza is beter dan Meuris.
Drie keer hetzelfde nummer, living on repeat again. Iets willen doen, maar niet weten wat. De hersenmolens blijven malen, malen, malen; denkend aan jou.
“Red me”, fluister je. Maar ik hoor het niet; ik hoor het niet te horen, durf het niet te horen. Dus vlucht ik verder, in een leven dat ik vergeten was. Living on repeat again.