'k Mag niet meer aan je ruiken, want jij ruikt steeds naar meer. 'k Mag niet meer aan je denken, want denken, dat doet zeer. 'k Mag niet meer van je dromen, want 's ochtends denk ik weer. 'k Mag niet meer met je slapen, dat zeg je, keer op keer. 'k Mag niet meer op je bouwen, dat wordt m'n ondergang. Jou niet meer overschouwen, dat maakt je enkel bang. Verdwalen in jouw klauwen, een tederlief gevang. 'k Mag niet meer van je houden, want 'k mis je al zo lang. Maar kon je mij geloven, dan gaf ik mij jou terug. Dan gaf ik jou weer liefde, en aaitjes op je rug. 'k Zal nooit nog jou vergeten of 'k vond jou terug, heel vlug En toch zeg ik verbeten "Je ziet me nooit meer terug."
Categories