23 januari, 16:19, Tussen Schiphol en Antwerpen
Vreemd hé, dat leven. Vooral de laatste paar decennia dan. Het ene moment zit je een pintje te drinken in Gent, een dag later drink je een Duvel in Amsterdam. Weer een dag later zit je terug in Gent en beperk je ‘t weer tot dat doordeweekse pintje.
En dat allemaal in het midden van de examens, zegt u? Wat zegt uw moeder daarvan? Wel, mijn beste, ik studeer in de trein – als ik niet bezig ben hopeloos banale anekdotes neer te pennen. Dat doe ik immers wel vaker tegenwoordig, anekdotes neerpennen om alzo zowel mijn tijd als die van de enkele lezer te doden. Maar goed, studeren in de trein, lukt dat dan? Natuurlijk! Minder goed dan op café, maar toch nog steeds beter dan op mijn kamer!
Eén van de voordelen van werken bij de NMBS (of althans zoon zijn van één van de “mannen van de ijzeren weg”) is dat je gratis met de trein mag rijden. En dan bedoel ik niet in België, maar in de volledige Benelux! En dat tot je 25ste! (Met andere woorden, volgende jaar wordt mijn wereld net dat beetje kleiner – tenzij ik mij noodzakelijkerwijs in de IT afdeling van de spoorwegen binnen werk.)
Op facebook heeft zij zonet de eeuwige relatiestrijd beëindigd door zichzelf in een (nieuwe) relatie te zetten. Het maakt natuurlijk niets uit, die paar bytes veranderen; een banale aankondiging van iets wat iedereen van waarde al lang wist. Maar ik zou liegen als ik zeg dat het mij niets doet.
Gezien ik er alweer in geslaagd was in Amsterdam mijn trein naar Antwerpen te missen ben ik op de eerste trein naar Schiphol gesprongen om aldaar een uurtje de luchthaven te verkennen en wat vliegtuigen te spotten. (There’s a plane… and there’s another plane… Look at that one! It’s big!)
Ik ben – denk ik – veel veranderd in de laatste negen maanden. Misschien zat ik – zoals zij zei – inderdaad wat vast in die dagelijkse sleur en de dagelijkse gang van zaken. Misschien zou ik vroeger inderdaad niet zomaar de trein opgestapt zijn naar Amsterdam om daar één avond met twee meiden het red light district in te trekken om daar de banalisering van de seksuele daad te aanschouwen. En misschien leef ik nu ook gewoon eenvoudigweg intenser dan daarvoor – meer dan de dagelijkse “terzake” gevolgd daar whatever er nog op canvas te zien is. Maar weet je, terzake is een interessant programma en canvas toont mooie programma’s.
Het grote bord “panoramisch platform” kondigde een zowel leerrijke als spannende ervaring aan in de luchthaven Schiphol, maar in praktijk beperkt het zich tot op het dak van de terminal gaan staan en aldaar naar af- en aanvliegende vliegtuigen kijken. Misschien was het leukste nog de flight simulator met drie(!) schermen die aan de uitgang stond: voor slechts één euro kan je je even een piloot wanen – afhangend van jouw talent een Boeing in de lucht te houden zonder enige voorkennis kon de virtuele vlucht tot 15 minuten duren! Gezien ik bang was zodanig goed te zijn dat ik de vlucht wel een uur zou laten duren, en ik een trein moest halen, heb ik mijn dierbare geld dan toch niet in ‘t machien gestoken.
Negen maanden uit elkaar. Men had mij verteld dat het na zes maanden beter gaat en dat je na enkele jaren al ‘t meisje volledig kan vergeten. Vreemd hoe de mensen toch steeds weer gelijk hebben.
Wist je trouwens dat er in de eerste klas van de trein Amsterdam – Antwerpen boven elke derde stoel een stopcontact is? Dat is nog al eens wat beter dan die twee stopcontacten per wagon die je in sommige(!) Vlaamse treinen ziet. Nu nog een gratis WiFi verbinding in de trein en ik ben verkocht – dán solliciteer ik bij de spoorwegen!
“Ça Va” is zo’n mooi antwoord op de vraag hoe het gaat. Ik hou niet van Frans, maar ‘t klinkt zoveel mooier dan “dat gaat” of “ik kan niet zeggen dat het slecht gaat”. Dat kan ik trouwens inderdaad niet, zeggen dat het slecht gaat. Ik ben niet ongelukkig, ik ben niet gebroken en verloren. Ik vind ‘t leven niet doelloos, heb geen zelfmoordneigingen, ik huil me niet in slaap. Okay, ik rook – tientallen jaren van principieel nee zeggen faliekant de grond in borend. Maar weet je, het past in die hele “nieuwe leven” filosofie, dus val me op dat vlak maar niet aan. Maar voor de rest? Ça Va.
Eigenlijk moet ik toegeven dat ik die collegialiteit van de treinbestuurder misschien een tikkeltje decadent vindt. Gisteren stond ik in Antwerpen en had ik net de trein naar Amsterdam gemist. De volgende trein – een uur later – was afgeschaft, dus ik had geen andere optie dan twee uur wachten. Om zeker te zijn ging in aan het loket vragen of er geen andere opties waren, waar ik geholpen werd met een resoluut “neen” en de opmerking dat “dat wel vaker gebeurd”. Goed, misschien moet daar dan wat aan gedaan worden – die verbindingen met Nederland mogen misschien toch wat serieuzer gepakt worden in zowel België als Nederland?!
Eigenlijk is het vrij eerlijk dat ik zo vaak teleurgesteld wordt door mensen; ik stel immers zelf zoveel mensen teleur. Misschien moet iedereen daarmee stoppen, maar dat zou het einde van zowel idealen en verwachtingen betekenen.
Toen ik in Antwerpen vroeg of de Thalys een optie was, bleek dat met zijn €65,00 euro niet het geval te zijn. Dan maar eens proberen met de FIP kaart – het bewijs dat je recht hebt op goedkoper reizen binnen Europa; elke medewerker van de ijzeren weg en diens familie heeft er één. Helaas waren er geen FIP plaatsen meer beschikbaar, maar nu was de medewerker echter plotseling een stuk vriendelijker en verklapte hij mij de geheime derde optie: de stoptrein naar Roosendaal en daar een andere trein nemen. Op die manier heb ik een half uur uitgespaard, maar kennelijk mogen enkel mensen met FIP kaarten dit weten. (PS.: ik heb nog steeds 5 uur gedaan over een theoretisch traject van 3,5 uur. Beter dan de voorgenomen 6 uur, maar toch niet zo goed gewerkt hé, NMBS & NS!)
Als iemand begrijpt waarom Boudewijn de Groot “na twee-en-twintig jaren in dit leven” het testament opmaakt van zijn jeugd, mag hij me dat toch even komen uitleggen. Misschien blijven we in de huidige welvaartsstaat misschien wat langer studeren en wordt de jeugd verlengd, maar ik voel me nu (volwassen?!) nog steeds die zelfde jongeling die vijf jaar geleden (jongeling!) stuntelend zijn eerste stapjes in een eerste echte liefdesband zette. Hoe kan die man op twee-en-twintig jaar oud dan zeggen dat hij eventjes z’n jeugd gaat afsluiten?!
Desalniettemin (blijf jij mijn vriendin – het rijm-grapje dat sterker blijkt dan de realiteit) citeer ik graag: “Mijn vriendinnetje, ik laat jou alle nachten dat ik tranen om jouw ontrouw heb gestort. Maar wees gerust, ik zal geduldig wachten tot ik lach omdat jij ook belazerd wordt.” – uiteraard niet grof bedoeld.