Liefste dagboek,
Vandaag was het een heel leuke dag. We zijn nu dag vier van onze reis door oost europa. Tot nu toe had ik geen zin om wat te schrijven – of misschien toch, maar wat ik toen schreef was allemaal lelijk.
Daarom begin ik graag even opnieuw, liefste dagboek. Deze keer zal ik het immers niet hebben over mijn diepste gevoelens. Neen, ditmaal gaat het enkel over de harde feiten.
Ik voelde me wat down toen ik de trein opstapte om naar hier te komen. Ik had er niet zoveel zin in, maar de laatste tijd heb ik in bijzonder weinig dingen zin. Ik doe, om het zo te zeggen, maar zo’n beetje op. Meestal vind ik het dan achteraf gezien best wel leuk, maar op voorhand meestal niet.
Eigenlijk stapte ik trouwens eerst de bus op om naar het station te gaan. (Het spijt me dat ik eerder loog, of eerder: onvolledig was.) De bus reed van Bottelare naar Gent Sint Pieters.
Het was een lange busrit, maar ik ben dat nog gewend van de tijden dat ik geen auto en oldtimer motorfiets had. (De oldtimer motorfiets startte trouwens niet door de hevige winterkoude, dus eigenlijk kon ik daar ook helemaal niet mee naar het station rijden. Ik ben van plan dat machien zo snel mogelijk te herstellen zodat ik er snel terug de Gentse straten mee onveilig kan maken. Misschien vind ik zelfs een meisje dat achterop wilt zitten, zoals dat meisje dat vroeger altijd achterop zit maar nu bij iemand anders achterop zit.)
Na een klein uur stapte ik van de bus en stak ik een sigaret op. Mijn zus Silke stak geen sigaret op, daar zij al een hele maand gestopt is met roken. Ze was een beetje jaloers dat ik een sigaret mocht roken en zij niet, maar ze was ook blij dat ik mee ging.
Ik moest een beetje huilen terwijl ik mijn sigaret oprookte. Dit had twee redenen. Eén van de redenen was dat de rook van mijn sigaret in mijn ogen waaide, de andere reden niet. Ook stond onze Pa ons op te wachten, maar dat was ook geen reden.
Daarna gingen we met de trein naar Brussel. Daar moest mijn zus op al onze bagage passen terwijl ik en onze Pa de verzekering van mijn gloednieuwe racecar moesten regelen. De mevrouw van de verzekering was een beetje raar, maar alles is toch nog in orde gekomen. Ook kregen we gratis koffie en een zaklamp.
Ik ben wel een beetje blij met mijn zaklamp. De mevrouw zei dat die in de winkel vijf en twintig euro kost. En mijn verzekering was ook nog eens minder dan vijfhonderd euro per jaar! Dat is omdat ik zo goed auto kan rijden. Ooit reed ik wel honderdzeventig kilometer per uur en geen enkele politieagent heeft me gezien! Dat was wel niet met de auto, maar met mijn motorfiets.
Toen de koffie op was en de mevrouw alle cijfertjes tot drie maal doorgenomen had, gingen we naar buiten. Daar rookte ik nog een sigaret, omdat ik daar rustig van word in mijn hoofd. Als ik geen sigaret rook dreigt het daar immers al snel een boeltje te worden. Dan denk ik bijvoorbeeld aan meisjes die niet meer achterop mijn motorfiets zitten en soms moet ik dan ook een beetje huilen zonder dat er rook in mijn ogen waait. Gelukkig was mijn zus niet ontvoerd, dus konden we samen met de bagage naar het juiste perron.
Het plan was om rechtstreeks de trein van Brussel naar Frankfurt te nemen. Maar je raadt nooit wat er gebeurde: de trein kwam niet opdagen. Gelukkig is onze Pa een kei in treinen regelen. We namen eerst de trein van Brussel naar Verviers, dan de trein van Verviers naar Keulen, dan de trein van Keulen naar München (daar zat nog eens volk op, jongens! We konden bijna niet zitten) en dan waren we er. In Keulen werd onze Pa z’n bagage gestolen, maar eigenlijk was hij ze gewoon ergens vergeten.
In München dronken we een pintje omdat we nog wat tijd hadden voor de slaaptrein vertrok. Ik vroeg aan onze Pa een groot pintje, dat was een halve liter. Zelf dronk onze Pa een klein pintje, dat was een halve halve liter. Mijn zus wou geen pintje en dronk een cola. Ook rookte ik nog een sigaret. En daarna kocht ik in de winkel nog een pintje om mee te nemen op de trein. Ik vond het wel een lekker pintje.
In onze couchette sliepen nog drie andere mannen die ik niet ken. Eén ervan wou constant de deur op slot doen en dat maakte veel lawaai, maar ik had met twee pintjes toch al een beetje een basis om me dat niet aan te trekken. Eigenlijk sliep ik best wel lekker. Einde.