Categories
Uncategorized

Vrijgezel – Boudewijn de Groot

Er was een tijd voor ik jou kende
Dat ik leeg maar vol ellende
vloekend op de hele bende
In een kroeg te wachten zat
Tot het meisje van mijn dromen
Op een dag voorbij zou komen
En ik liet mijn tranen stromen
Als ik weer een kater had

En dat mijn geliefde vrienden
Waarmee ik de muze diende
En geen rooie cent verdiende
Ook al had ik nee gezegd
's Avonds aan kwamen gelopen
Om een praatje aan te knopen
En dan 's morgens straal bezopen
Op de stoep werden gelegd

Er was een tijd dat ik het meeste
Te vertellen had op feesten
Waar ik met verlichte geesten
Vaak de politiek besprak
Waarin wij ons nooit vergisten
Mensen die het beter wisten
Waren allemaal facisten
Die het aan verstand ontbrak

Toen ik naar mijn navel staarde
En mij communist verklaade
En met alle andere waarden
Op de bom te wachten zat
Toen die maar niet wilde vallen
Hoorde men al spoedig lallen
En we lagen met z'n allen
Weer vredig op de mat

In die tijd kon ik de vrouwen
Met een kennersoog beschouwen
En ik wilde nimmer trouwen
Want dat kwam me niet van pas
Ik wilde enkel samenwonen
Met een zwart geklede schone
Om de burgerij te tonen
Hoe ruimdenkend ik wel was

Maar het was niet te vermijden
Dat ik eenzaam was bij tijden
Zodat ik vertwijfeld vrijde
Met een meisje van ballet
Welke schoonheid snel verdorde
's Morgens bij het wakker worden
Met de peuken op de borden
En de kruimels in het bed

Op een dag kwam ik jou tegen
Je leek klein en zo verlegen
Druipend in de lente regen
In de grote vreemde stad
Jij wist niets van provoceren
En je wilde me bekeren
En ik liet me alles leren
Als ik maar je liefde had

Nu zit ik de krant te lezen
En een burgerman te wezen
Ik hoef geen honger meer te vrezen
Maar toch denk is soms met spijt
Aan de tijd voor ik jou kende
Aan de vrolijke ellende
Aan de artistieke bende
Van de goeie ouwe tijd...
Vrijgezel - Boudewijn de Groot
Categories
Uncategorized

De Basta regels tot internetdiscussie

Bij wijze van mij ook eens te moeien in een internetdiscussie heb ik mij eens gemoeid in de nieuwste facebook hype van de avond: de oproep tot blokkeren van de uitgang van het ABVV. Na even een inhoudelijke discussie gevoerd te hebben, bedacht ik dat de internetregels die Basta in zijn laatste aflevering zo mooi in beeld bracht. Daarom ging ik op zoek naar de meest frappante voorbeelden van de regels. Hieronder even opgesomd:

Na verloop van tijd zal één van de twee partijen de andere met nazi's vergelijken. Dit heet: de wet van Godwin.

Na een vergelijking met de nazi's zal er altijd een betweter zijn die verwijst naar de wet van Godwin. Dit is de tweede wet van Godwin.

Eenvoudig! Het gebeurt steeds. Helaas moest ikzelf de betweter spelen.

De wet van Godwin - voorbeeld

Een taalfout werkt op uw gesprekpartners als bloed op een school hongerige piranha's.

Een rechtstreekse aanval op een wat assertief taalgebruik.

Taalgebruik - voorbeeld

Na een tijdje mengt zich een nieuwe partij in de discussie, die zich boven alle partijen stelt en iedereen begint uit te schelden omdat ze elkaar aan het uitschelden zijn.

Wat is er beter dan een kort, maar krachtige constructieve tussenvoeging?

3de partij - voorbeeld

Even later komt de onvermijdelijke samenzweringstheorie

Deze werd al wat moeilijker, het lijkt er op dat er weinig samenzweringstheorieën bestaan rond het sociale overleg.

Samenzwering - voorbeeld

Elke internetdiscussie in Vlaanderen zal, los van het onderwerp, onvermijdelijk eindigen in een communautaire discussie

Hier heb ik helaas, tot op heden, nog geen voorbeeld voor gevonden in bovenstaande discussie.

Misschien niet de sterkste voorbeelden, maar het werkt altijd!

Categories
Mijn Wereld

Amsterdam


23 januari, 16:19, Tussen Schiphol en Antwerpen

Vreemd hé, dat leven. Vooral de laatste paar decennia dan. Het ene moment zit je een pintje te drinken in Gent, een dag later drink je een Duvel in Amsterdam. Weer een dag later zit je terug in Gent en beperk je ‘t weer tot dat doordeweekse pintje.

En dat allemaal in het midden van de examens, zegt u? Wat zegt uw moeder daarvan? Wel, mijn beste, ik studeer in de trein – als ik niet bezig ben hopeloos banale anekdotes neer te pennen. Dat doe ik immers wel vaker tegenwoordig, anekdotes neerpennen om alzo zowel mijn tijd als die van de enkele lezer te doden. Maar goed, studeren in de trein, lukt dat dan? Natuurlijk! Minder goed dan op café, maar toch nog steeds beter dan op mijn kamer!

Eén van de voordelen van werken bij de NMBS (of althans zoon zijn van één van de “mannen van de ijzeren weg”) is dat je gratis met de trein mag rijden. En dan bedoel ik niet in België, maar in de volledige Benelux! En dat tot je 25ste! (Met andere woorden, volgende jaar wordt mijn wereld net dat beetje kleiner – tenzij ik mij noodzakelijkerwijs in de IT afdeling van de spoorwegen binnen werk.)

Op facebook heeft zij zonet de eeuwige relatiestrijd beëindigd door zichzelf in een (nieuwe) relatie te zetten. Het maakt natuurlijk niets uit, die paar bytes veranderen; een banale aankondiging van iets wat iedereen van waarde al lang wist. Maar ik zou liegen als ik zeg dat het mij niets doet.

Gezien ik er alweer in geslaagd was in Amsterdam mijn trein naar Antwerpen te missen ben ik op de eerste trein naar Schiphol gesprongen om aldaar een uurtje de luchthaven te verkennen en wat vliegtuigen te spotten. (There’s a plane… and there’s another plane… Look at that one! It’s big!)

Ik ben – denk ik – veel veranderd in de laatste negen maanden. Misschien zat ik – zoals zij zei – inderdaad wat vast in die dagelijkse sleur en de dagelijkse gang van zaken. Misschien zou ik vroeger inderdaad niet zomaar de trein opgestapt zijn naar Amsterdam om daar één avond met twee meiden het red light district in te trekken om daar de banalisering van de seksuele daad te aanschouwen. En misschien leef ik nu ook gewoon eenvoudigweg intenser dan daarvoor – meer dan de dagelijkse “terzake” gevolgd daar whatever er nog op canvas te zien is. Maar weet je, terzake is een interessant programma en canvas toont mooie programma’s.

Het grote bord “panoramisch platform” kondigde een zowel leerrijke als spannende ervaring aan in de luchthaven Schiphol, maar in praktijk beperkt het zich tot op het dak van de terminal gaan staan en aldaar naar af- en aanvliegende vliegtuigen kijken. Misschien was het leukste nog de flight simulator met drie(!) schermen die aan de uitgang stond: voor slechts één euro kan je je even een piloot wanen – afhangend van jouw talent een Boeing in de lucht te houden zonder enige voorkennis kon de virtuele vlucht tot 15 minuten duren! Gezien ik bang was zodanig goed te zijn dat ik de vlucht wel een uur zou laten duren, en ik een trein moest halen, heb ik mijn dierbare geld dan toch niet in ‘t machien gestoken.

Negen maanden uit elkaar. Men had mij verteld dat het na zes maanden beter gaat en dat je na enkele jaren al ‘t meisje volledig kan vergeten. Vreemd hoe de mensen toch steeds weer gelijk hebben.

Wist je trouwens dat er in de eerste klas van de trein Amsterdam – Antwerpen boven elke derde stoel een stopcontact is? Dat is nog al eens wat beter dan die twee stopcontacten per wagon die je in sommige(!) Vlaamse treinen ziet. Nu nog een gratis WiFi verbinding in de trein en ik ben verkocht – dán solliciteer ik bij de spoorwegen!

“Ça Va” is zo’n mooi antwoord op de vraag hoe het gaat. Ik hou niet van Frans, maar ‘t klinkt zoveel mooier dan “dat gaat” of “ik kan niet zeggen dat het slecht gaat”. Dat kan ik trouwens inderdaad niet, zeggen dat het slecht gaat. Ik ben niet ongelukkig, ik ben niet gebroken en verloren. Ik vind ‘t leven niet doelloos, heb geen zelfmoordneigingen, ik huil me niet in slaap. Okay, ik rook – tientallen jaren van principieel nee zeggen faliekant de grond in borend. Maar weet je, het past in die hele “nieuwe leven” filosofie, dus val me op dat vlak maar niet aan. Maar voor de rest? Ça Va.

Eigenlijk moet ik toegeven dat ik die collegialiteit van de treinbestuurder misschien een tikkeltje decadent vindt. Gisteren stond ik in Antwerpen en had ik net de trein naar Amsterdam gemist. De volgende trein – een uur later – was afgeschaft, dus ik had geen andere optie dan twee uur wachten. Om zeker te zijn ging in aan het loket vragen of er geen andere opties waren, waar ik geholpen werd met een resoluut “neen” en de opmerking dat “dat wel vaker gebeurd”. Goed, misschien moet daar dan wat aan gedaan worden – die verbindingen met Nederland mogen misschien toch wat serieuzer gepakt worden in zowel België als Nederland?!

Eigenlijk is het vrij eerlijk dat ik zo vaak teleurgesteld wordt door mensen; ik stel immers zelf zoveel mensen teleur. Misschien moet iedereen daarmee stoppen, maar dat zou het einde van zowel idealen en verwachtingen betekenen.

Toen ik in Antwerpen vroeg of de Thalys een optie was, bleek dat met zijn €65,00 euro niet het geval te zijn. Dan maar eens proberen met de FIP kaart – het bewijs dat je recht hebt op goedkoper reizen binnen Europa; elke medewerker van de ijzeren weg en diens familie heeft er één. Helaas waren er geen FIP plaatsen meer beschikbaar, maar nu was de medewerker echter plotseling een stuk vriendelijker en verklapte hij mij de geheime derde optie: de stoptrein naar Roosendaal en daar een andere trein nemen. Op die manier heb ik een half uur uitgespaard, maar kennelijk mogen enkel mensen met FIP kaarten dit weten. (PS.: ik heb nog steeds 5 uur gedaan over een theoretisch traject van 3,5 uur. Beter dan de voorgenomen 6 uur, maar toch niet zo goed gewerkt hé, NMBS & NS!)

Als iemand begrijpt waarom Boudewijn de Groot “na twee-en-twintig jaren in dit leven” het testament opmaakt van zijn jeugd, mag hij me dat toch even komen uitleggen. Misschien blijven we in de huidige welvaartsstaat misschien wat langer studeren en wordt de jeugd verlengd, maar ik voel me nu (volwassen?!) nog steeds die zelfde jongeling die vijf jaar geleden (jongeling!) stuntelend zijn eerste stapjes in een eerste echte liefdesband zette. Hoe kan die man op twee-en-twintig jaar oud dan zeggen dat hij eventjes z’n jeugd gaat afsluiten?!

Desalniettemin (blijf jij mijn vriendin – het rijm-grapje dat sterker blijkt dan de realiteit) citeer ik graag: “Mijn vriendinnetje, ik laat jou alle nachten dat ik tranen om jouw ontrouw heb gestort. Maar wees gerust, ik zal geduldig wachten tot ik lach omdat jij ook belazerd wordt.” – uiteraard niet grof bedoeld.

Categories
Reis Schrijfsels Uncategorized

IJsland: epiloog

8 januari 2011, 17:34, Eurostar, London

Behalve dat we ‘s ochtends onze bus gemist hebben en per private bus-expres naar het busstation gevoerd moesten worden; en dat Heleen haar rugzak gecontroleerd is op explosieven en andere gevaarlijkheden, hebben we de vlucht naar London overleefd, zijn we er in geslaagd aldaar een pizza (of spaghetti) te verorberen en op de Eurostar naar Brussel te springen. De laatste etappe van de IJsland reis is aangebroken.

(“Neehehehe, nee, nee, nee” zucht Heleen naast me.)

Enigszins van een kale kermis thuisgekomen; dat Noorderlicht, waar iedereen vol lof over sprak, is kennelijk een verzinsel van mensen die te lang in de zon hebben gestaard. Wij hebben statistisch bewezen dat dit zogenaamde “noorderlicht” niet bestaat; het is eenvoudigweg een manier om toeristen naar het koude IJsland te trekken.

Afgezien van dat gemis was het echter een fantastische reis. De natuur, het uitzicht, de mini-stadjes, boerderijen en zelfs de museums zijn fantastisch, zelfs in de winter. (Over het gezelschap mochten we trouwens ook niet klagen.)

Ik ben ervan overtuigd ooit eens terug te keren – misschien in een ander seizoen – om al dat moois nóg beter te bekijken.

Achteraf gezien was de road-trip van zeven dagen rond het eiland eigenlijk te kort. Nu zou ik er toch minstens tien dagen voor proberen uittrekken, zodat je op enkele stops twee dagen kan blijven. Aan interessante plekjes geen gebrek; we hebben zelfs de volledige West-fjorden moeten overslaan omdat we er geen tijd meer voor hadden (en omdat de wegen erheen erg slecht lagen; in combinatie met een sneeuwstorm durfde ik niet verder).

De reis is ook wat prijziger uitgevallen dan oorspronkelijk verwacht. Met een gemiddelde van ongeveer € 72,00 per dag (alle transport inclusief) is het een tikkeltje duurder dan initieel voorop gesteld. Maar ik heb in ieder geval geen spijt van IJsland!

IJsland, ik zie je nog wel eens in de zomer… of de lente… of de herfst… of terug in de winter. En je kan zien dat je tegen dan wél noorderlicht hebt.

<3

Categories
Reis Schrijfsels Uncategorized

IJsland: dag 15

8 januari 2011, 16:06, Eurostar, London

De laatste dag IJsland (snik!) in uitspraken:

  • “Allez, noorderlicht, doe eens een trucje!” (rond 2u ‘s nachts)
  • “Heleen, kom uit u bed.”
    – “Nee.”
  • “Hoe doe je dat vies spul van de Blue Lagoon uit u haar?!”
  • “It’s quite friskes, isn’t it?”
  • “Why didn’t the museum make the door as big as you say?”
    – “Because the church burned down and they could only save about two thirds of the door.”
    “Then why didn’t they make more doors?”
    (Amerikaanse kinderen in het National Museum (500 ISK inkom voor studenten)).
  • “Kijk, Heleen, zo’n Atari heb ik ook.” (in datzelfde museum)
  • “Huh, is dat nu de IJslandse of de Deense vlag?!” (nog steeds in dat museum)
  • “Baldursgata, dat klinkt een beetje als Baldurs gate!”
    (in een straat die betrekkelijk veel op de naam van een computerspel lijkt.)
  • Heleen: “Puffin puffin, puffin puffin puffin” (zingend).
    – “Nee-hee, ‘t is ‘pappegaaienduiker’!”
  • “Viking; dat smaakt naar Heiniken. Bah.”
  • Muziekant in café Prikid:
    “There are the foreigners!”
    – “But we come in peace!”
    “Hah, you will leave in pieces!”
    (ware vikingstaal.)
  • “Do you know Deus” (diezelfde muzikant)
    – “Of course!” (wij.)
    “Here is a song for our special Belgian friends!”
    (gevolgd door Little Euritmatics – Deus)
  • “Ik ben een Viking… Arr.”
    – “Volgens mij zijn dat piraten.”
    “Arr.”
  • “Wacht ze, ik snap het niet… Eerst was IJsland onafhankelijk, dan was het van Noorwegen… en plots van Denemarken?!”
    – “Dat is omdat Denemarken en Noorwegen met elkaar getrouwd zijn.”
    “Oh.”
  • *burp* (= ongeveer hoe je “Höfn” uitspreekt in het IJslands).
    – “Nee, daar komen we van.”
  • Heleen: “It’s soo fluffy!” (op Thijs z’n trui die “overdreven extreem zacht is”)
  • “Misschien ben ik een beetje tipsy. Vier op tien ofzo.”
  • “850 kronen is toch eigenlijk niet zo veel voor een halve liter…”
    – “… Heiniken.”
  • “Sinds het begin van de jaren 1240 is he ….”
    – “Watte?”
    “Dajenoerzijt!”
  • “Zit eens stil!” (tegen Heleen nadat ze een tas koffie op had.)
  • “One schnaps please.”
    – “What kind of schnaps?”
    “An Icelandic kind of course!”
    (even later…)
    “Yucky. Munt met dropsmaak ofwa?!”
  • “Over drie uur moeten we opstaan en de bus halen.”
    – “Nee. Ik wil niet.”
  • “Misschien is dat daar noorderlicht.”
    – “Misschien. Maar ik denk ‘t niet.”
    “Ik beslis dat dat noorderlicht is.”
  • “Stom noorderlicht.”
  • “Misschien gaan we morgen noorderlicht zien terwijl we opstijgen.”
    – “Misschien.”
Categories
Reis Schrijfsels Uncategorized

IJsland: dag 14

6 januari 2011, 20:03, The Capital Inn, Reykjavik

De Blue Lagoon. 7400 ISK (€ 49,33) voor ingangsprijs en busticket vanaf een hotel in Reykjavik. Het is een spa die uiteindelijk eigenlijk enkel bestaat uit een groot meer dat gevoed wordt door warm water van een naburige elektriciteitscentrale (geothermisch uiteraard – this is Iceland!), een sauna en stoombad, een cafetaria en een restaurant.

Toegegeven, het is vrij indrukwekkend te zwemmen in temperaturen onder de nul, met zware windvlagen en zelfs een sneeuwstorm. En het decor kan ook enkel in schoonheid beschreven worden: rondom het meer zijn enkel lavarotsen te zien. Het geheel doet wat onaards aan, het lijkt een beetje alsof je op mars een duikje in een lekker warm meer neemt.

Wij daarheen dus. Een bus van Reykjavik Excursions is ons om half elf komen afhalen aan het hotel, netjes op tijd. De rit naar de Blue Lagoon duurde een klein uurtje en even later zaten we al in de kleedkamers. In de lagoon gelden dezelfde regels als in elk IJslands zwembad – of in andere woorden: broek af en alles eens grondig wassen voor je binnen gaat. Maar een klein ogenblik later zit je in dat warme water en ben je al die narigheid en vreemde toestanden al helemaal vergeten.

Om eerlijk te zijn ben ik niet zo heel erg onder de indruk van de Blue Lagoon. Okay, het ziet er allemaal wel heel erg mooi uit, maar zowel de inkom (€ 28,00 zonder vervoer) als het restaurant zijn behoorlijk prijzig. Bovendien is het binnen niet meteen de luxe die ze op de website laten uitschijnen; het gaat natuurlijk niet om een eenvoudig zwembad, maar een luxe spa is het nu ook weer niet.

Als je bedenkt dat we vorige week 250 ISK uitgegeven hebben om te zwemmen in het stedelijk zwembad dat óók buiten was en óók warm was (en bovendien een glijbaan had!), is € 28,00 misschien net dat tikkeltje overdreven.

Maar goed, we hebben ons geamuseerd. Bovendien is de Lagoon de populairste attractie bij toeristen; we zouden ons dus geen deftige toerist mogen noemen hadden we er niet heen gegaan. Het blijft een vreemd gevoel zijn om je haar te voelen bevriezen terwijl ‘t lijfje in een aangename 40°C vertoeft – je hoofd af en toe onderdompelen is de boodschap.

Wegens te lang douchen hebben we de bus gemist, maar één telefoontje naar Reykjavik Excursions en we hadden een reservatie op de volgende. Een prima service – we kregen zelfs excuses omdat ze slechts een kwartier op ons gewacht hadden.

Ps.: Dankzij de helende krachten van het water in de lagoon heb ik nu een baby-zacht velletje. Voelen kan op afspraak.

Stom noorderlicht. Ik geloof niet meer in jou.

Categories
Reis Schrijfsels Uncategorized

IJsland: dag 13

5 januari 2011, 22:01, The Capital Inn, Reykjavik

Een kalm dagje vandaag. Om half tien opgestaan, ontbeten en daarna de auto binnen gedaan. Hoewel we een wieldop verloren waren, heeft men ons verteld dat er geen extra kosten zouden aangerekend worden. Momenteel zijn we dus erg gelukkig met de car rental service van Sad Cars.

Na het emotionele afscheid met de auto zijn we te voet naar Perlan getrokken; gelukkig maar een kleine halve kilometer. Zoals eerder beschreven is Perlan een restaurant / museum / uitzicht punt gebouwd in de belangrijkste warmwatercentrale van Reykjavik. Op de bovenste etage bevindt zich het (prijzig) restaurant; bovendien is de etage gebouwd op een roterend vlak zodat de gasten op twee uur tijd het volledige uitzicht kunnen bezichtigen zonder ook maar één spier te bewegen.

Het restaurant was uiteraard wat te prijzig, dus hielden we het op een middagmaal van een soepje (Heleen nam uiteraard een stukje chocoladetaart als middagmaal) in de (véél goedkopere, doch nog steeds prijzige) cafetaria. De cafetaria, die zich één etage onder het restaurant bevindt, draait helaas niet rond, maar op het terras kan je nog steeds genieten van een prachtig uitzicht op Reykjavik.

Na het soepje terug naar beneden, naar het Saga museum dat zich in één van de waterreservoirs bevindt – het water is er uiteraard uitgehaald. Ook het museum is relatief prijzig (1000 ISK per persoon), maar het is wel leuk om een beeld te krijgen van de IJslandse “geschiedenis” (of toch de sagen die erover overgebleven zijn).

Daarna op naar Reykjavik city, waar we onze kennis van de IJslandse geschiedenis nog wat hebben uitgebreid door het “Reykjavik 871 ± 2 Settlement Museum” (1000 ISK per persoon, 500 ISK voor studenten). Het museum is ondergronds gebouwd rond de overblijfselen van de oudste archeologische vondst van Reykjavik: een huis van minstens vóór 871 ± 2 (na Christus). Deze erg specifieke datum is berekend omdat er asresten van een vulkanische uitbarsting in 871 ± 2 in de muren gevonden zijn; wat betekent dat zij toen al gebouwd waren. De datering van de uitbarsting is dan weer mogelijk geworden doordat dezelfde asresten ook in de het ijs van gletsjers gevonden is. Elk jaar komt er een laagje ijs bij, datering is dus bijna even simpel als het tellen van de jaren van een boom.

Het Settlement museum heeft een heleboel indrukwekkende technische snufjes en is bijzonder interactief, het was dus een erg leuke ervaring voor technische nerds als ik. (Als iemand me kan uitleggen hoe de interactieve tafel op het einde werkt, ik snap het niet!)

Daarna een hamburger in de beste hamburgertent van Reykjavik (of toch volgens mij) naast de Tabasco’s, gevolgd door een dubbele koffie in Prikid, één van de oudste cafés in Reykjavik.

Afsluiten met Indiana Jones op BBC One; en morgen gaan we baden in de Blue Lagoon.

Bewolkt. Geen noorderlicht.

Categories
Reis Schrijfsels Uncategorized

IJsland: dag 12

5 januari 2011, 22:32, The Capital Inn, Reykjavik

Terug naar Reykjavik dan maar. Akranes ligt slechts een 50tal kilometer van Reykjavik, maar je moet wel even door de toltunnel Hvalfjarðargöng (900 ISK) die pas in 1998 opengegaan is. De tunnel zit op z’n diepste punt 165m onder de zeespiegel (spannend!) en is 5,5 km lang. (Je kan ook een omweg nemen, maar het kost praktisch meer benzine; bovendien zijn tunnels de max.)

In Reykjavik aangekomen zijn we eerst even naar het winkelcentrum gegaan omdat Heleen daar een cadeautje voor mij wou kopen (een vikingshelm – zij het eentje van plastiek). Een hapje eten daar en dan op naar ‘t centrum van Reykjavik om daar nog wat te toeristen.

Het Reykjavik art museum “Hafnarhus“toont wisselende exposities; een collagecollectie van de IJslandse kunstenaar Érro (een grote fan van Amerikaanse comics), ietwat vreemde werken van de Noorse beeldend kunstenaar Gardar Eide Einarsson (zwart/witte versies van verkeerskegels en andere vreemdigheden) en een héél vreemde opname van meeuwen die visresten verslinden in open zee (Bjarni, IJslands kunstenaar).

Terug naar het hotel, even gerust en – rond half één ‘s nachts – op noorderlicht-jacht. We zijn de stad uitgereden op zoek naar een rustig plekje (Reykjavik is wel erg verlicht), maar het enige dat we vonden was een open sterrenhemel met een heleboel vallende sterren. Helaas geen noorderlicht gevonden, hoewel de zonneactiviteit 2 (“low”) zou moeten zijn. Overmorgen wordt 3 (“moderate”) verwacht, laat ons hopen dat we het dan toch eens zien.

Ik wil m’n geld terug als ik niet rap noorderlicht zie.

Categories
Reis Schrijfsels Uncategorized

IJsland: dag 11

3 januari 2011, 22:35, Jeugdherberg Akranes, Akranes

De hoogtepunten van de dag, in 11 puntjes:

  1. De loopies waren niet van Kellogs. Ik ben heel erg teleurgesteld. Ik zal eisen van Kellogs dat zij een patent nemen op “donut cornflakes” en op die manier de heerlijkheid van elke loopie ter wereld garanderen. (Loopies zonder honing of extra suiker zijn geen loopies, stomme IJslanders.)
  2. De 76 gaat langs een hele resem tunnels; een ware sensatie om er door te rijden. Het is schitterend om te zien hoe men hier door de bergen is gegaan. Bovendien heb ik eindelijk een tegenligger moeten kruisen in een één-rijstrook-tunnel!
  3. Dat kleine stukje dat we door het IJslandse binnenland hebben gereden, heeft het gestormd, “gemist”, gesneeuwd en gehageld. De auto is ongelofelijk vuil en ik heb geen idee of we die proper of vuil moeten terugbrengen.
  4. Tijdens het rijden door de mist leek het alsof er geesten over de weg hingen. De wind joeg immers poedersneeuw over de weg, waardoor de weg tot leven leek te komen in een kolkende massa. Even waanden we ons in het hiernamaals, tot een grote truck ons uit onze droom weg trok.
  5. De west-fjorden zijn praktisch onbereikbaar in hevige sneeuwstormen. Ofwel: ik ben een mietje en ik durf niet over half-verharde wegen rijden als de wind de auto bijna weg blaast. (Bovendien was het een hondertal kilometer omrijden, waar ik niet zoveel zin in had; maar in een zomer zal ik er wel erg veel zin in hebben.)
  6. Heleen zegt “Jah! Ik wil” op het bovenstaande “terugkomen in een zomer” en doet dat belachelijke “victory” teken met haar vingers.
  7. Heleen heeft besloten mijn blog niet meer te lezen als ik nog veel over haar schrijf.
  8. Vandaag is de balans gewisseld van “Heleen moet mij geld” naar “ik moet Heleen geld”.
  9. Een IJslands ijsje van minder dan 400 kronen geeft je ongeveer een zillioen liter ijs met snoepjes. Heleen krijgt geen zillioen liter ijs op. (Ik heb een legendarische “hot-dog” gegeten; een must volgens the Lonely Planet. Conclusie: ook verkrijgbaar bij Ikea.)
  10. Na een hele week IJslands gebrabbel hebben we, in de buurt van Reykjavik, de Engelse radiozender “BBC International” gevonden op de FM band.
  11. We zijn, alweer, de enige mensen in het hotel / jeugdherberg. Bovendien lijkt geen enkele IJslander te zien dat wij geen IJslanders zijn en begint iedereen in dat vreemd IJslands gebrabbel tegen ons. Hallo-ho, wij zijn toeristen! Kennelijk hebben ze zo niet zo veel in de winter.

Ps.: Heleen vindt het hier super-gigantisch-mooi en blijft het zeggen… opnieuw en opnieuw en opnieuw… (Ook wel: “mooi”, “ohzo mooi”, “ooh, mooi”, “pio, mooi”, “pio, ‘t is hier fantastisch”, “ik ben zo blij dat ik hier ben”, “ik wil hier blijven”, “ha, ‘t is hier irritant mooi”)

Nee-hee, geen noorderlicht. Ze zijn met onze voeten aan ‘t rammelen.

Categories
Reis Schrijfsels Uncategorized

IJsland: dag 10

3 januari 2011, 01:05, Fosshotel Dalvík, Dalvík

Elanden zijn ongelofelijk domme wezens. In paniek liep er vandaag één in de richting van onze (aan 90km per uur) aanstormende auto, in de linker berm. Uiteraard ging ik op de rem staan om dat gevaarte wat dichter te bekijken, springt dat stomme beest toch wel niet voor de auto zeker?!

Gelukkig kon ik nog net op tijd stoppen (of kon de eland net op tijd de overkant van de weg bereiken), maar het was toch even spannend.

Vandaag ging de tocht richting Akureyri, IJslands tweede grootste stad (na Reykjavik). In het heenrijden zijn we langs het meer Mývatn gereden, dat ontstaan is door meerdere uitbarstingen van de omringende vulkanen en daardoor een zeer grillige vorm heeft.

Eerst wouden we even stoppen in het Krafla power station omdat dit gelegen is in een actieve vulkaanzone. (Er wordt immers elektriciteit doormiddel van geothermisch energie geproduceerd.) Na lang omrijden en verdwalen zijn we er dan toch geraakt, maar het was niet helemaal het avontuurlijke tafereel dat in the Lonely Planet beschreven stond. We konden niet veel meer zien dan de fabriek zelf.

Verder rijden naar Akureyri dan maar. Akureyri is echt wel een indrukwekkende stad (als je zo lang tussen dorpen gereden hebt). Ik moest er immers zelfs wachten om iemand zijn voorrang te geven en er staan zelfs verkeerslichten! Gezien het weinig eten de laatste dagen zijn we meteen op zoek gegaan naar een leuk restaurantje.

Het spijt me, beste lezer. Ik heb u ongetwijfeld zeer teleurgesteld. Het is natuurlijk waar dat IJsland onder sterke internationale druk staat omdat het geen verbod op de walvissenjacht inlast. Maar gezien die druk steeds groter wordt moest ik het toch één keer proeven? En om eerlijk te zijn, het smaakte echt wel lekker; maar wegens morele redenen zal ik hier schrijven dat het niet te eten was. Of beter, ik zal toegeven dat het vlees écht wel lekker was. Op die manier weet u dat ook alweer en moet u het niet zelf proeven.

Toen we lekker gegeten hadden (en Heleen als dessert nog een stukje cake gekocht had) reden we verder naar het kleine stadje Dalvík, ten noorden van Akureyri. Het was even zoeken om de weg te vinden, gezien je eerst een heel stuk de weg naar Reykjavik (dat in het oosten ligt!) moet volgen voor de eerste wegwijzers naar Dalvík staan. Maar eenmaal op de juiste weg is het, zoals alle IJslandse wegen, een spannende, donkere, onverlichte weg waar een kleine fout fataal kan zijn voor lijf en auto.

Wat ik erg leuk vind op IJslandse wegen is dat je praktisch nooit vanzelf voorbij gestoken wordt. Als iemand je voorbij wilt komt hij “dicht” tegen je rijden en wacht hij tot jij hem het teken geeft om voorbij te mogen (rechter pinker aansteken). Op die manier weet de bestuurder dat (jij denkt dat) het veilig is om voorbij te gaan. Opvallend is dat de meeste auto’s ook effectief op dat signaal wachten en dus niet zomaar voorbij je zoeven.

Ik wil trouwens niet stoefen, maar ik heb gezien dat ze hier in ‘t Fosshotel loopies hebben (ook wel “Kellogs Loops” genoemd, maar dat is een minder leuke naam). Met andere woorden: ik eet morgen lekker loopies! Beat that! Wat hou ik toch van loopies, het is mijn favoriete ontbijt! Hun goddelijke smaak brengt plezier in mijn leven! Loopies van kellogs, proef ze nu!

Geen noorderlicht… stomme zon.